‘Impingement’ is een Engelse term en kan vertaald worden met ‘inklemming’. Met een ‘impingement syndroom’ wordt bedoeld dat de (pijn) klachten van de schouder worden veroorzaakt doordat weefsel (bot, spier, pees, slijmbeurs, kapsel enz.) in de schouder bekneld raakt.
De ruimte tussen schouderdak en de kop van de bovenarm bedraagt ongeveer 1 cm. Als deze ruimte kleiner wordt, kunnen weefsels minder goed onder het schouderdak doorbewegen.
Het impingement syndroom is de meest gestelde diagnose bij patiënten met klachten rond de schouder; het betreft een ‘verzameldiagnose'.
De meest voorkomende inklemming treedt op onder het schouderdak. Vaak is het de pees van een spier die bekneld raakt onder het schouderdak.
(Zie figuur: pees m. supraspinatus)
Rechter schouderblad + bovenarm, Vooraanzicht
Er worden 2 types impingement onderscheiden: primair en secundair impingement
Bij primair impingement wordt de ruimte onder het schouderdak te klein door lokale veranderingen die plaatsvinden in weefsels boven de kop van de bovenarm. Vaak speelt veroudering een rol.
Soms komt het voor dat het schouderdak een afwijkende vorm heeft of heeft gekregen. Dit is zichtbaar op een röntgenfoto. Als dit de oorzaak van de klacht is, kan een operatie overwogen worden. Bij de operatie wordt de ruimte onder het schouderdak vergroot.
Bij overbelasting ontstaat meer wrijving of kleine beschadigingen. Hierdoor raakt de slijmbeurs geïrriteerd en wordt dan dikker waardoor weefsels ingeklemd raken.
Bij veroudering wordt de kwaliteit van de pezen minder (dit proces heet tendinose) waardoor deze dikker worden.
Bij secundair impingement ontstaat de inklemming door veranderingen in weefsels die lager dan de kop van de bovenarm zijn gepositioneerd. Het probleem ligt vaak meer regionaal.
Primair of secundair impingement komen vaak tegelijk voor en zijn in de praktijk vaak moeilijk te onderscheiden.
Typisch bij een impingement syndroom is het pijnlijke traject bij het actief heffen van de arm.
Pijnlijk traject bij impingement
Bij beginnende klachten is sprake van pijn die komt en gaat. In het begin voelt u de pijn pas na afloop van fysieke activiteit, later ook vaker tijdens activiteit en vervolgens zelfs een continue pijn die ook ’s nachts aanhoudt.
Bij aanhoudende / toenemende klachten kan de beweeglijkheid van de schoudergordel door de pijn geleidelijk verminderen.
Bij jonge mensen +/- 25 jaar ontstaat de klacht voornamelijk bij het uitoefenen van bovenhandse sporten zoals bijv. tennis, volleybal, zwemmen en werpsporten. Vrijwel altijd is sprake van secundair impingement.
Bij mensen tussen de 25 & 40 jaar door een beroep met veel bovenhands werk.
Bij mensen boven de 40 jaar wordt de kwaliteit van pezen minder (tendinose) en hierdoor kunnen eerder klachten ontstaan bij bovenhandse werkzaamheden.
Bovendien zijn mensen die normaal gesproken weinig lichamelijk actief zijn, eerder vatbaar voor deze klachten tijdens een periode van toenemende belasting.
Schoudernetwerk Nederland